De eerste dagen voor jou

De kraamperiode is voor veel kraamvrouwen niet alleen maar een roze wolk. Je zult merken dat er veel verschillende emoties voorbij kunnen komen. In een kort tijdsbestek gebeurt er veel: je hebt een zwangerschap en bevalling achter de rug, je lichaam herstelt van de bevalling, je moet wennen aan je baby en aan het ouderschap. Tel daar nog eens slaapgebrek en een veranderde hormoonbalans bij op. Je hele leven verandert en dat is vaak niet alleen maar leuk en fijn!
Wij zullen tijdens de kraamvisites met je bespreken hoe het gaat, hoe je de bevalling hebt ervaren, hoe je herstelt en hoe je het ouderschap ervaart.

 

Gevoelens

[accordion]

  • Kraamtranen 

De meeste vrouwen krijgen in het kraambed last van kraamtranen. Je kunt dit herkennen aan stemmingswisselingen en/of onverwachtse huilbuien. Kraamtranen worden veroorzaakt door  vermoeidheid, veranderingen in de hormoonbalans en lichamelijk ongemak door bijvoorbeeld stuwing en hechtingen. Het is begrijpelijk dat je af en toe emotioneel wordt en misschien flink moet huilen. Het is belangrijk om hierover met je partner, ons en je kraamverzorgende te praten. Dit lucht op en geeft de mogelijkheid te zoeken naar hoe je met deze emoties kunt omgaan. Het is belangrijk om deze dagen je rust te pakken en niet te veel kraamvisite te ontvangen. 


  • Psychische klachten 

De eerste periode na de bevalling heeft ongeveer 1 op de 8 vrouwen last van lichte tot zware psychische klachten. De volgende psychische klachten kunnen voor komen in de kraamtijd:


  • Postnatale depressie

Een postnatale depressie kun je herkennen aan somberheid, prikkelbaarheid, piekeren, slecht slapen, nergens zin in hebben, weinig eetlust. Wanneer je hier last van hebt is het belangrijk hierover te praten en dit met ons te bespreken. Vaak gaan deze klachten vanzelf over, maar soms kunnen deze klachten langer aanhouden. In dat geval kan er sprake zijn van een postnatale depressie en is het belangrijk om de juiste hulp  te krijgen. In de meeste gevallen is een postnatale depressie goed te behandelen met therapie en/of medicijnen.

 

  • Posttraumatische stress-stoornis

Wanneer er tijdens de zwangerschap of bevalling een ingrijpende situatie is ontstaan kun je last krijgen van angstaanvallen en flashbacks. Dit heet een posttraumatische stress-stoornis (PTSS). Je herbeleeft een trauma, waardoor er angst en paniek ontstaat. Ongeveer 1-2% van de vrouwen heeft een traumatische ervaring tijdens de bevalling, wat zich kan uiten in PTSS. Je kunt PTSS herkennen door slecht slapen, onrust, nachtmerries of steeds terugkerende beelden van de traumatische gebeurtenis. Daarbij kun je last krijgen van prikkelbaarheid, veel schrikreacties en overdreven waakzaamheid. Heb je hier last van? Hierover praten met je partner, ons of je huisarts kan helpen.

 

  • Kraambedpsychose

Een kraambedpsychose is een psychose die ontstaat na de bevalling. Gelukkig komt dit zeer zelden voor. De kenmerken van een kraambedpsychose zijn: hallucinaties, verwardheid, achterdochtigheid en waanbeelden. Voorafgaand hieraan zie je vaak dat kraamvrouwen slechter gaan slapen, rusteloos of prikkelbaar worden. Merk jij of je omgeving  een van deze kenmerkenop: schakel dan gelijk in hulp. Dit kan via ons of je huisarts.

 

Wil je meer lezen over psychische klachten tijdens of na je zwangerschap, dat kan hier

 

  • Stuwing

Rond de 3e of 4e dag na de bevalling merken veel vrouwen dat ze last krijgen van stuwing. Stuwing ontstaat door de toegenomen doorbloeding van de borsten en de aanmaak van borstvoeding. Hierdoor merk je dat je borsten groter, zwaarder en gespannen worden. Soms kun je last krijgen van een lichte temperatuursverhoging tot 38 graden. Je kunt ook last krijgen van stuwing als je flesvoeding geeft.
Als je borstveoding geeft en last krijgt van stuwing, kan het helpen om je baby vaker aan te leggen en de borsten na de voeding te koelen. Voor het voeden kan warmte helpen, zodat de toeschietreflex beter wordt. Geef je flesvoeding dan kan koelen van je borsten verlichting bieden. 

 

  • Naweeën 

De eerste dagen na je bevalling kun je last krijgen van naweeën. Het geven van borstvoeding versterkt vaak de naweeën. Naweeën zorgen ervoor dat de baarmoeder gaat krimpen en dat het bloedverlies na de bevalling wordt beperkt. De naweeën zijn vaak de eerste dagen het meest pijnlijk en nemen daarna af in hevigheid. Paracetamol kan helpen tegen de pijn van naweeën, je kunt het best iedere 6 uur 2 tabletten van 500 mg innemen. 


  • Bloedverlies 

Tot 6 weken na je bevalling kun je vaginaal bloedverlies hebben. De reden hiervoor is dat de placenta een wond heeft achtergelaten in je baarmoeder, deze wond heeft tijd nodig om te genezen. De eerste dagen na je bevalling is het bloedverlies vaak meer dan een flinke menstruatie, hierbij kan je soms (vuistgrote) stolsels verliezen. Daarna neemt het bloedverlies langzaam af en verandert de kleur van het bloedverlies van helderrood naar bruin en soms wat witte of gele afscheiding. Het bloedverlies kan tot 6 weken na je bevalling aanhouden.

In de eerste dagen is het normaal om ongeveer elke 3 uur je kraamverband te moeten verschonen. Wanneer je meer dan een kraamverband vol bloedverlies hebt binnen een kwartier of 3 grote stolsels verliest, is het te veel. Neem dan direct contact met ons op. 

 

  • Bekkenbodemklachten 

Tijdens de bevalling worden je bekkenbodemspieren opgerekt, na de bevalling herstellen deze spieren langzaam. Je kunt de eerste weken na de bevalling last krijgen van bekkenbodemklachten. 
Veel voorkomende klachten zijn:

  • Onverwachts urineverlies, vooral bij hoesten, niezen en tillen

  • Onverwachts verlies ontlasting

  • Lastig om windjes op te kunnen houden

  • Een zwaar gevoel op je bekkenbodemspieren

  • PIjn aan je bekkenbodem, bijvoorbeeld na lichamelijke inspanning en pijn tijdens het vrijen. 


Het is belangrijk om na je bevalling voldoende rust te nemen, nog niet teveel te tillen en langzaam te beginnen met bekkenbodemoefeningen om je spieren te versterken. Vaak nemen deze klachten ongeveer 6 weken na je bevalling af. Wanneer je je hierover zorgen maakt, kun je dat bespreken tijdens de nacontrole of met je huisart
s.

 

  • Hechtingen 

Hechtingen kunnen in het kraambed pijnklachten geven. Maar ook als je geen hechtingen hebt kan je vagina branderig en gevoelig zijn.Het is belangrijk de hechtingen goed schoon te houden, dit kan door tijdens en na de toiletgang te spoelen met water (zonder zeep) en je kraamverband regelmatig te wisselen. Heb je veel last van je hechtingen dan kan een koud kompres verlichting geven.

Voor de hechtingen wordt er gebruik gemaakt van oplosbaar hechtmateriaal, waardoor het niet noodzakelijk is dat ze verwijderd worden, tenzij je pijnklachten ervaart. In dat geval kunnen wij de hechtingen aan het eind van de kraamweek verwijderen. 

 

  • Plassen 

Na de bevalling is het belangrijk dat je regelmatig gaat plassen. Indien je de eerste 6 uur na je bevalling nog niet hebt geplast is het belangrijk ons hiervan op de hoogte te brengen. Plassen na je bevalling kan gevoelig zijn door eventuele rupturen die zijn ontstaan.Het helpt om tijdens het plassen te spoelen met water zodat je urine verdunt en niet teveel prikt. Het is belangrijk dat je tijdens de kraamperiode voldoende drinkt en regelmatig plast. Een lege blaas zorgt ervoor dat de baarmoeder kan samentrekken waardoor het bloedverlies wordt beperkt.  

 

  • Ontlasting 

De eerste ontlasting na je bevalling is vaak rond de 3e of 4e dag. Veel kraamvrouwen vinden de eerste ontlasting vaak erg spannend door de hechtingen of eventuele aambeien. Persen voor de ontlasting is niet gevaarlijk voor je hechtingen of voor het herstel van je perineum. Het kan wel gevoelig zijn door de druk die op je bekkenbodemspieren en eventueel aambei ontstaat. Daarom is het belangrijk om tijdens de kraamperiode voldoende te drinken en vezelrijk te eten om te zorgen dat je ontlasting niet te hard wordt.


Onze Verloskundigen

  • Sandra BormanSandra Borman
  • Machelien LouterMachelien Louter
  • Marcella VinkMarcella Vink
  • Jeany BellaartJeany Bellaart